Opvoeden is regelmatig een confrontatie met je eigen vooroordelen. Tenminste, dat is mijn persoonlijke ervaring. Mijn eigen denkbeelden kleuren de wijze waarop ik ‘mijn’ pubers tegemoet treedt, nogal. Dit beperkt meteen de mate waarin je open met elkaar kunt praten. Een pijnlijke ervaring. Behalve dat mamma niet alles weet, moet mamma ook nog veel leren!
Maanden hebben puber en ik een rondedans om elkaar heen gedaan. Over roken.
Op mijn, niet al te uitnodigend gestelde vraag ‘róók jij??!!’, is steevast het antwoord: ‘nee’. Zelfs nadat we elkaar in het verkeer zijn tegen gekomen; hij als fietser en ik als automobilist. Een fietser die zijn pakje sigaretten verliest blijkt zo maar mijn zoon te zijn! Het pakje is natuurlijk voor een vriend bestemd.
Als overtuigde anti-rookster wil ik deze antwoorden gráág horen. Want ook over rokers heb ik zo mijn vooroordelen. Rokers dat zijn namelijk stinkende, domme, asociale nicotinebommetjes.
We zijn uiteindelijk een beetje moe geworden, van al dat gedans om elkaar heen. Het gevoel hebben dat je moet jokken vanwege het continue gepreek van je moeder over sigaretten en de dodelijke werking hiervan, is voor een puber best vermoeiend. Het zorgt er ook voor dat je haar gaat ontwijken. Wat weer slecht is voor de relatie.
Het gevoel hebben dat je als moeder gefaald hebt met je opvoeding – en wat zullen al die mensen nu wel niet zeggen – maakt niet blij. Is het eerlijk om je kinderen af te rekenen op vooroordelen die je eigenlijk nergens op kunt staven? En laten we eerlijk zijn: niet alle rokers zijn dom. En onder de rokers die ik persoonlijk ken zitten, bij nader inzien, weinig asociale types. Integendeel zelfs.
Bij deze beken ik dan ook, in het openbaar: mijn puber rookt. Ik hoop op recreatief niveau. Ik ben het beu om hem steeds in de problemen te brengen met mijn ondervragingen en stiekem gesnuffel naar nicotinedampen. Leuk vind ik het niet. Trots ben ik er niet op. En ja, ik blijf me afvragen waar ik gefaald heb.
Ter geruststelling: zoals alle moeders die ontdekken dat hun kind iets doet wat ze zelf afwijzen, blijf ik van hem houden.