Ik kijk graag naar opvoedprogramma’s. Geen beter vermaak dan leedvermaak, zou mijn oma zeggen. Ik kan dan ook met weemoed kijken hoe onwillige, drammerige, brutale kleuterapen door een supernanny op een naughty stoeltje worden gezet en alles binnen 5 minuten weer koek en ei is. ‘mamma houdt van jou, laten we gezellig samen gaan spelen’.
Gisteravond had ik graag zo’n naughty stoeltje willen hebben. En dan op puberformaat. Na een avond tevergeefs sms-en, bellen en voicemails inspreken kwam Puber uren later dan afgesproken het huis binnen wandelen. In een walm van sigaretten- en alcohollucht.
We hoorden hem beneden scharrelen en daarna met nachtelijke energie de trap op huppelen.
Een vrolijk ‘hallo, daar zijn we weer’ heb ik niet kunnen beantwoorden. Ik vermoed dat er slechts verwijten – ‘hoe kun je me zo lang in onzekerheid en ongerustheid laten zitten’ – uit mijn mond waren gerold.
Gaan slapen met een boos hart is onverstandig. Een wijze les van – ja daar is ze weer – mijn oma heb ik deze morgen aan den lijve kunnen ondervinden. Een kater zonder een druppel alcohol die deze dag op een onprettige wijze inluidt. Een Puber met een ochtendhumeur die niets snapt van mijn verlangen naar dat stoeltje. Stout ben je, als je je moeder ongerust laat worden. Stout. Stout. Stout.
‘en kan ik dan nu gaan zitten om te ontbijten?’ Ja, ga jij maar zítten. Een kwartier lang. ‘mamma houdt van jou, laten we gezellig samen gaan ontbijten.’