woensdag 29 december 2010

Lesje rotjesknallen

Vuurwerk verbieden? Wat levert het je op? Een puber die geschrokken zijn net aangestoken rotje in z'n broekzak propt als hij je onverhoeds tegenkomt? Doe mij dan maar een lesje 'zo steek ik een rotje af'. En als angstige moeder zit ik dan graag eerste rij.


Persoonlijk heb ik niets met al dat geknal. Ik heb wél wat met de blije gezichten van puber 1 en puber 2 als de jaarlijkse knal- & feest-bijbel door de brievenbus glijdt! Wat een lol! 'Zal ik die, of die, of dat pakket, dan krijg je meer …' Verbieden heeft geen zin, dat was me al heel snel duidelijk.

Niet dat verbieden ooit in mijn hoofd is opgekomen; met een vader die met het in handen krijgen van een stapel rotjes meteen een jongensachtige twinkeling in zijn ogen kreeg, weet je wel beter.

Verbieden zou voor mij direct verband houden met het onderdrukken van mijn eigen, onterechte, angst. Een vuurwerk-verbod zou dan niet alleen een oneerlijke, maar meteen ook een verloren strijd zijn: die wordt tóch gewonnen door de spanning en sensatie die rotjes en romeinse pijlen bieden.

Mij heeft een uurtje 'zo laten we onze rotjes knallen' veel rust gegeven: met eindeloos geduld hebben beide heren - op verzoek - laten zien hoe je een rotje het beste kunt laten afgaan. Ik hoop nu op enig gezond verstand op het moment dat het er écht om spant!

dinsdag 21 december 2010

kerst

In huis wonen met 3 mannen geeft zo haar beperkingen. Zeker als je er – heel principieel – voor kiest om ‘maar’ 1 televisie in huis te hebben. En zonder sneu of zielig te willen klinken: als enige vrouw in het gezelschap wil ik het nog wel eens afleggen tegen al die spanning, sensatie, humor en geweld.

Maar met kerst is alles anders. Onder invloed van de zoete kerstjingles blijken zelfs mijn mannen CSI, een boksgala, Twoandahalfman – om maar wat programma’s te noemen - een beetje te vergeten.

Sinds kort weet ik dat ik niet de enige ben met een enorme hang naar nostalgie. Sterker nog: ik heb ontdekt dat ik voor de diverse zenders een doelgroep ben! Ook ik hang – van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat ademloos voor de buis en huil tranen met tuiten om Sissi die haar dochter na maanden van ziekte ten overstaan van de hele Italiaanse massa in de armen sluit.

En dan ga ik, met het ‘Viva la mamma!’ nog naklinkend, rustig slapen. Ik kan er weer tegen, een jaar lang weggestuurd worden bij de buis!

woensdag 8 december 2010

Mag het ook een hervorminkje minder zijn?

Het onderwijs gaat weer op de schop. Mocht u de informatie zijn misgelopen: het huidige kabinet heeft besloten dat het ánders moet. Beter ook.

Maar ja, wat is ánders? En wat is beter? En hoe kun je ‘beter’ vaststellen als een school amper aan nieuwe regelgeving heeft kunnen wennen en dan al weer in een nieuwe ‘hervorming’ duikelt?

Wat de minister van onderwijs hierover zegt? Dát is heel vooruitstrevend! Zij stelt dat er op scholen geleerd moet worden! Dat is nog eens een hervorming van het onderwijs! En meteen een sneer naar al die docenten die onze pubers dag in dag uit bezig houden!

Scholen mogen geen veredelde Postubs 51-loketten worden. Eén voordeel hebben al die scholen dan al: zij geven geen foldertjes uit, maar geven les! Niet alleen in wiskunde, taal en geschiedenis. Scholen geven niet alleen les in de ‘harde’ leervakken maar ook in het omgaan met elkaar, in het omgaan met verschillen. In gezond leven, in het iets voor elkaar over hebben. Dag in dag uit. Week in week uit. Jáár in, jáár uit. Mag dat nu ook eens zonder hervormingen?

zondag 7 november 2010

gekissebis over financiele onafhankelijkheid

Het gekissebis over financiële onafhankelijkheid van vrouwen getuigt van weinig inzicht.

Het is weer zover; er komt een boek uit over de noodzaak van financiële onafhankelijkheid van vrouwen en de voor- en tegenstanders bestoken elkaar vanuit de eigen stellingen. Aanleiding deze keer is het boek van Ellen Drayer 'verwende prinsesjes'. Rode draad: iedere vrouw moet financieel onafhankelijk zijn.

Op mijn beurt durf ik te stellen dat geen enkele vrouw (noch de fulltime werkende, noch de parttime werkende of de zogenaamde thuisblijfmoeder)gebaat is bij een gevecht waar (voornamelijk) vrouwen elkaar met eigen meningen om de oren slaan.
We zijn veel meer gebaat bij een open discussie die gaat over de wijze waarop vrouwen hun talenten kunnen ontwikkelen. Nog effectiever zou het zijn als voor- en tegenstanders de handen inéén slaan en we onze dochters actief opvoeden tot zelfstandige individuen die in staat zijn hun eigen keuzes te maken.

Want vrouwen (én mannen) die keuzes maken vanuit het willen ontwikkelen van talenten en mogelijkheden, maken keuzes vanuit het principe ‘verantwoordelijkheid nemen voor je eigen leven’.
Dat is de eerste stap naar financiële onafhankelijkheid. Tijd en energie in deze discussie steken is duurzamer dan het gevecht in de krabbenmand aan te gaan waarbij iedere krab die de rand van de mand lijkt te bereiken, door de rest naar beneden getrokken wordt.

woensdag 27 oktober 2010

Hoe leren wij onze pubers ‘mobiele hygiene’?

Stel je eens voor. Jouw 17 jarige dochter zit in de trein. Het is een volle bak; de forensen keren allemaal huiswaarts. Je dochter heeft liefdesverdriet. Haar verkering is na 1 jaar, een week en ook nog een dag op een akelige manier geknald. En het is zijn schuld.

Alle treinreizigers weten dit inmiddels ook; een mobiel telefoongesprek geeft alle geïnteresseerden een kijkje in deze periode van 1 jaar, een week en een dag. Geen onderwerp uit deze verkeringstijd wordt geschuwd. Sommige medereizigers gniffelen met elkaar: thema: seks. Mensen kijken elkaar vragend aan: thema zoenen-met-een-ander-meisje. Het wordt langzaam maar zeker onrustig in de coupe.

Een klein rekensommetje leert ons dat 176 mensen dit gesprek hebben gehoord. Laten we er voor het gemak van uitgaan dat tweederde thuis met nog drie andere personen verder praat over dit liefdesdebacle . Dan zijn 352 mensen op de hoogte, naast de gesprekspartner aan de andere kant van de lijn.

Eén van de reizigers moet dit rekensommetje ook hebben gemaakt toen hij langs de rijen liep en het meisje attendeerde op haar publiek.

Is de vraag: hoe leren wij onze pubers ‘mobiele hygiene’?

donderdag 21 oktober 2010

Zelfs je beroepskeuze is een kwestie van verleid worden

Op naar de beroepenmarkt. Een slimme uitvinding; vervolgopleidingen, hetzij volledig theoretisch, hetzij beroepgericht, presenteren zich op één avond.

Kiezen is lastig. Zeker als het functioneren van je hersenen helemaal niet gericht is op ook maar iets dat lijkt op ‘lange termijn’. Kort, snel, leuk, kick, nu!
Dat zijn de aanknopingspunten die direct aansluiten bij een gemiddeld puberbrein. Lastig wordt het dan om als voorlichter van de politie je lange termijn inzet te promoten rondom veiligheid in de buurt. Dit wordt, ingefluisterd door eigen ervaring of van horen zeggen, al snel vertaald in fietslichtjes, remmen en het wel of niet bij je hebben van een ID. En laten we eerlijk zijn: zo’n functie klinkt natuurlijk niet echt snel, leuk en over de kick hebben we het dan al helemaal niet meer.

Dan blijkt ook dat voorlichters, die zich hebben verplaatst in de belevingswereld van de groep jongeren die wel of niet zullen gaan kiezen voor een door hen gepresenteerde opleiding, het meeste effect scoren.
Oh, en een beetje lol over datzelfde beroep werkt ook mee.

donderdag 14 oktober 2010

Dat snap je toch wel!

Die hersenpan van ons, die weet wat! De afgelopen jaren heeft de ontwikkeling van het puberbrein in verschillende media veel aandacht gehad; de puberteit begint vroeger dan we aangenomen hebben en de ontwikkeling naar een volwassen brein duurt véél en véél langer dan we ooit voor mogelijk hebben gehouden!

Dan schijnt er ook nog verschil te zitten in het formaat brein van mannen en vrouwen; grappen over de grotere hersenen voor mannen zijn natuurlijk zo gemaakt; vrouwen zijn niet alleen in staat meer kleding in een koffer te kunnen proppen, het vrouwelijke brein neemt juist minder plaats in én kan meer activiteiten naast elkaar uitvoeren. Over effectiviteit gesproken!

In het net verschenen boek; ‘Liefde’ van Mark Mieras ben ik weer zo’n leuk weetje tegengekomen; testosteron, het hormoon waar juist jongens in de puberperiode een flinke – zeg maar overmatige – hoeveelheid van hebben, heeft direct invloed op het meer of minder goed gezichtsuitdrukkingen kunnen lezen (en interpreteren) bij andere mensen.

‘Ja, als jij denkt dat ik kan ruiken dat je boos bent’, dan vergis je je!’, blijkt een wetenschappelijk onderbouwd verwijt van mijn pubers te zijn.

woensdag 8 september 2010

kleedgeldstress

‘Ik heb niks, helemaal niks om aan te trekken’. Gemompel en wat krachttermen dwarrelen over de overloop. Hier wordt de les ‘ga verstandig met je kleedgeld om’ geleerd. En die les bevalt mijn moederhart helemaal niet. Het ach en wee en ‘vanmiddag kopen we wel even iets leuks’ gaan de strijd aan met een ‘tja, dit zul je moeten leren’.
Hardvochtig vind ik mezelf als een puber ten einde raad halverwege de trap staat en zich afvraagt ‘wat er met dit overhemd gebeurt is’. Het rukken aan de zoom levert niet de gewenste extra centimeters op.
Er is niets met het gewraakte overhemd gebeurt; puber zelf is deze zomer gegroeid!

Een kwartier later loopt een ongelukkige puber de huiskamer binnen: werkelijk álles blijkt minimaal 5 centimeter te zijn gekrompen. Tegen deze groei is zijn kledingbudget niet bestand.

‘Weet je wat het allerergste is’, verzucht puber uiteindelijk. ‘Het allerergste is dat ik mijn pincode vergeten ben. Nieuwe kleren kopen zit er dus even niet in want een nieuwe code aanvragen kost een week’.

Tegen een redelijke puber is mijn moederhart niet bestand; nog voor ik er erg in heb hoor ik mezelf zeggen ‘weet je wat, vanmiddag gaan we samen kijken’.

zondag 22 augustus 2010

Kindertjes die vragen ...

Op de toonbank van de winkel waar ik op mijn beurt wacht, staat een immens grote snoeppot. In ieder geval gezien vanuit kinderogen. Aantrekkelijk is ie ook, die pot, gevuld met vrolijk gekleurd snoepgoed wat uitnodigt om er eens flink in te graaien. Maar dat doet natuurlijk geen kind.

‘Wil je een snoepje?’ Uitnodigend haalt de verkoopster de deksel van de pot. Langzaam gaat de hand van een blond meisje de grote pot in. Ze moet er voor op haar tenen gaan staan.

Onder streng toeziende moederogen wordt er heel secuur één snoepje gepakt. Een roze. Voorzichtig wordt dan dat ene snoepje naar haar mond gebracht. En dan, terwijl ze het kleinood heel tevreden in haar mond steekt – het had ook zo maar kunnen vallen en dan was ze ‘m kwijt geweest – hoor ik haar moeder snerpen ‘en wat zeg je dan???’ Ja, ze zegt niets natuurlijk! Praten met je mond vol – al is die mond gevuld met maar één snoepje - mag ook al niet.

En daar sta je dan, als negenjarige met je goede gedrag. Ze lacht maar een beetje schaapachtig.

‘Mevrouw, mag ik alstublieft nog zo’n snoepje?’. Naast me zie ik de moeder van de vrolijke, open negenjarige door de grond zakken. Eérst niet bedanken voor het snoepje en maar een beetje giechelen als gevraagd wordt om ‘dank u wel te zeggen’ en dan daarna de regel ‘gij zult niet onbescheiden zijn’ met beide voeten treden.

‘Dat doe je niet’, is het boze commentaar van de moeder. ´Maar ik vraag het toch netjes?’, is het weerwoord van de negenjarige. Tevreden huppelt ze even later de winkel uit: mét een tweede (én een derde én een vierde) snoepje.

Meisjes die vragen … die komen er wel!

donderdag 1 juli 2010

Dat snap je toch wel!

Die hersenpan van ons, die weet wat! De afgelopen jaren heeft de ontwikkeling van het puberbrein in verschillende media veel aandacht gehad; de puberteit begint vroeger dan we aangenomen hebben en de ontwikkeling naar een volwassen brein duurt véél en véél langer dan we ooit voor mogelijk hebben gehouden!

Dan schijnt er ook nog verschil te zitten in het formaat brein van mannen en vrouwen; grappen over de grotere hersenen voor mannen zijn natuurlijk zo gemaakt; vrouwen zijn niet alleen in staat meer kleding in een koffer te kunnen proppen, het vrouwelijke brein neemt juist minder plaats in én kan meer activiteiten naast elkaar uitvoeren. Over effectiviteit gesproken!

In het net verschenen boek; ‘Liefde’ van Mark Mieras ben ik weer zo’n leuk weetje tegengekomen; testosteron, het hormoon waar juist jongens in de puberperiode een flinke – zeg maar overmatige – hoeveelheid van hebben, heeft direct invloed op het meer of minder goed gezichtsuitdrukkingen kunnen lezen (en interpreteren) bij andere mensen.

'Ja, als jij denkt dat ik kan ruiken dat je boos bent’, dan vergis je je!’, blijkt een wetenschappelijk onderbouwd verwijt van mijn pubers te zijn.

maandag 21 juni 2010

Wé zijn geslaagd!

‘10 uur, dan zal ik wel weten’, dat waren de overtuigd klinkende woorden van puber1. Om 10 uur zat ik dus – zoals het een toegewijde moeder betaamt – klaar voor hét grote moment: de uitslag van het examen. En met mij nog vele duizenden andere moeders en vaders.
Dacht ik.

Het tijdstip van 10 uur was iets te optimistisch; we hebben met elkaar de uren weg zien tikken terwijl het grote wachten alsmaar groter en groter werd. De website van de school gaf een stuk betrouwbaarder informatie; het grote moment zou rond twee uur zijn. Na de vergadering die om één uur start.

Vanaf dat moment hebben we niet alleen de uren voorbij zien gaan. Wel nee. We hebben de seconden minuten zien worden en de minuten hebben we aan elkaar zien rijgen tot kwartiertjes, half uurtjes en dan – helaas maar eens per uur – tot uren.

‘Half één; over een half uur starten ze met de vergadering’. Ja, beaamt puber van achter zijn X-box. Over een half uur start het.
‘Zou je geslaagd zijn?’ Ik weet het niet. Schouderophalend X-boxt hij geconcentreerd verder.

Tot het één uur wordt. Opeens breken alle zenuwen los. Vanaf dit moment kunnen we alleen maar wachten. Om kwart over één komt één van zijn vrienden het huis binnen drentelen. Hij heeft het circus vorig jaar beleeft en zit als de rust zelve op de bank. Ze bellen toch wel, in zijn nuchtere commentaar.

Kwart over één; 10 voor half twee; vijf voor half twee, half twee, kwart voor twee, we zien het half drie worden, kwart voor drie …

‘Zou het een goed teken zijn, dat het zo lang duurt? Puber begint het zich hardop af te vragen. De mentor heeft gezegd eerst de gezakten te bellen. Hij denkt dus van wel. En jij?’ Ik weet het niet meer. Eerlijk moet ik bekennen deze ronde niet de steun en toeverlaat te kunnen zijn die ik als moeder behoor te wezen. Het is lang geleden dat ik zó in spanning heb gezeten en ben inmiddels gestart met het drentelen door de huiskamer.

Tien voor drie: telefoon! ‘nee, ik weet het nog niet en als ik te lang met je bel ga ik het ook niet weten ook’, de woorden komen er bijtend uit. Een meelevende vriend wordt te verstaan gegeven zich pas na vieren weer te melden. We kijken elkaar stil aan. En wachten.

Twee minuten over drie gaat de telefoon …
Het verlossende woord wordt gesproken: Geslaagd!

Een puntenlijst wordt opgenoemd en ik sta juichend en klappend om mijn grote zoon heen te dansen. Wat kunnen mij die cijfers schelen!
Het is gelukt! Wé zijn geslaagd! Want laten we eerlijk zijn; er zijn momenten in pubers’ schoolcarrière geweest waarvan ik me af heb gevraagd wie het huiswerk nu eigenlijk maakte en aan wie een voldoende voor een UP te danken was. Een vraag die vele ouders zichzelf wel eens stellen, ben ik door de jaren heen gaan begrijpen.

vrijdag 18 juni 2010

Wachten op de examenuitslag

Als u deze column leest is in ons gezin – en bij velen met ons - de spanning er af; dan weten we of puber 1 wel of niet geslaagd is voor zijn examen. Of eigenlijk: dan weten we of WE geslaagd zijn; er zijn momenten in pubers’ schoolcarrière geweest waarvan ik me af heb gevraagd wie het huiswerk nu eigenlijk maakte en aan wie een voldoende voor een UP te danken was. Een vraag die vele ouders zichzelf wel eens stellen, ben ik door de jaren heen gaan begrijpen.

Nu gaan we een dag van spanning tegemoet: worden we ’s ochtends gebeld – dat is dan foute boel – of wordt de spanning verlegd naar de middag. En dan nog weet je het niet: wel of niet met een herexamen. We bereiden ons overal op voor; de taart die we in huis halen is óf om onze teleurstelling te vieren óf om de feestvreugde kracht bij te zetten. Ik hoop op het laatste! Puber 1 ziet zo uit naar een vervolg van zijn schoolcarrière in het grote, spannende Amsterdam.

woensdag 9 juni 2010

Beste mevrouw Van der Sloot,

We hebben het met z’n allen over u. Regelmatig zelfs. En als ik eerlijk ben niet altijd even aardig.
Voor u natuurlijk geen nieuws, want wat al die miljoenen opvoeders in ons land vinden staat uitgebreid in kranten en tijdschriften.
Ik heb me de laatste dagen vaak afgevraagd hoe u zich voelt. Een moeder blijft immers altijd om haar kinderen geven?

Een wereld vol leken en een hand vol professionals hebben een mening over u, over uw zoon en over de opvoeding die u uw zoon wel of niet heeft gegeven. En met elkaar zijn we ook niet te beroerd om onze mening duidelijk en vooral zonder enige terughoudendheid wereldkundig te maken.
Ik vraag me af of u dit heeft verdiend. Geen enkele ouder, vader of moeder, wenst een kind het leven toe wat uw zoon op dit moment leeft.

Voor u hoop ik dat u – naast de zorg, boosheid, teleurstelling en het immense verdriet - ook ruimte krijgt om van uw zoon te blijven houden. Omdat dat bij een moederhart hoort.

dinsdag 11 mei 2010

Tolerant zult gij zijn!

Het gaat goed, met ons Nederlanders. We zijn gelukkig, vooral met ons zelf en we zijn ook te spreken over de kinderen, onze eigen kinderen wel te verstaan. Onderzoeken bevestigen dit. Het is wetenschappelijk verantwoord om te melden: je bent gelukkig. Ondanks de crisis en andere narigheid.

Mensen om ons heen werken niet mee aan ons geluk; we ergeren ons aan de grofheid, de afname van de tolerantie en het verbale geweld.
En over de kinderen van anderen zijn we helemaal niet te spreken; niet goed opgevoed en veel te brutaal.
Ook onderzocht.

Grappig eigenlijk; de uitkomsten van dergelijke onderzoeken gaan over jou en mij: die ánder heeft het immers over ons als er in onderzoeken geklaagd wordt over te weinig tolerantie, teveel grofheid en de onopgevoede kinderen.

Die brutale, onaangepaste pubers zijn natuurlijk van jou.
En van mij. Laat ik niet flauw doen.
Als wij - de respectloze, grofgebekte, intolerante én ‘in bezit zijnde’ van die nóg brutalere pubers - ons nu eens niets aantrokken van die onderzoeken?

Als we dan met elkaar, als brutale en onaangepaste Nederlanders onder elkaar, ons nou eens vréselijk gingen misdragen; elkaar gedag zeggen in het voorbijgaan op straat bijvoorbeeld.
Zouden ze schrikken, die klagers? Ons betichten van brutaal gedrag?
Het lijkt me het onderzoeken waard!

woensdag 5 mei 2010

Examentijd

'Laat je niet verleiden om je status af te laten hangen van de schoolprestaties van je kind’. Wijze woorden van pedagoog Levering, in een interview met OudersOnline in 2004. Gevonden op Google na het intikken van ‘ouders en examenstress’.

Geen anti-stresstips, geen dieetadviezen, geen zentips om de rust in huis te bewaren; Googelen levert als eerste op dat je als ouders geen brevet van vermogen afgeeft als je kind stralend door zijn of haar examen heen huppelt. Dat teveel druk op het presteren leggen (lees: het afgeven van een diploma) juist het tegendeel oplevert: een overmatig gestresst kind wat bij voorbaat al aan zichzelf twijfelt.

Pubercoach Gideon de Haan geeft bij navraag het volgende advies: ‘zorg voor regelmaat, maak samen een plan. Zorg voor afwisseling: leren, ontspannen, genoeg slaap (meestal meer uren dan de examenpuber zelf bedacht heeft), elke dag gezonde voeding en geen alcohol en/of drugs. Ontspanning kan een gamespel zijn,msn-en, sporten of hangen met vrienden. In ieder geval even iets wat de zinnen helemaal verzet. Maar het laatste half uur voor het slapen gaan liever geen extra prikkels door bewegende beelden. Met elkaar een beetje hangen, beetje praten, even geen druk op de ketel’.

Wordt vervolgd.

donderdag 22 april 2010

Wij eten vanavond bami

Vijf jaar zal hij zijn; een blond, blozend mannetje dat keurig op het winkelwagentje past. Hij huppelt wat om de volle kar met boodschappen heen terwijl hij zijn moeder, die nog éventjes iets gaat pakken, nauwlettend in de gaten houdt.
Zijn vrolijkheid is aanstekelijk; de mensen die in de lange rij aan het wachten zijn bekijken al die blijheid met een glimlach.
De laatste boodschap wordt in het karretje gelegd. Maandverband.

De inhoud van de kar wordt nog eens goed bekeken. En kijken gaat ook bij dit jongetje mét handjes; hij pakt de meest aantrekkelijke boodschappen en bekijkt ze één voor één. Yoghurt mét vruchten. ‘Krijg ik dat vanavond als toetje?’. Een pak koekjes. ‘Eentje tegelijk, he mamma?’ Brood. ‘Die ander vind ik lekkerder, mamma’.
Maandverband. ‘waarom heb je dat nou gekocht, mamma?’ In de rij zie je de hoofden van de wachtenden omhoog schieten. Dit gaat interessant worden. Hoe redt deze moeder zich uit dit vragenvuur?

De omstanders worden niet teleurgesteld: de kleine onderzoeker ziet zijn kans schoon en onderwerpt zijn moeder aan een vragenvuur. Hij blijkt dit moment, in deze supermarkt te hebben uitgekozen voor zijn seksuele voorlichting.

Na zijn vraag ‘hoe zo’n baby er dan uitkomt’ draait hij zich plotseling om naar een meeluisterende dame achter in de rij.

‘Mevrouw …’ De mevrouw in kwestie verschiet van kleur. Zo maar op een dinsdagmorgen onderdeel worden van de seksuele voorlichting van een jongetje van 5 staat voor vandaag niet in de planning. En zeker niet in het openbaar.

‘Mevrouw …’ nog een keer wordt er, nu iets luider, om haar aandacht gevraagd. Duidelijk verlegen met de situatie kijkt ze om zich heen.
Er is geen ontkomen aan, er moet een belangrijke vraag gesteld worden: ‘mevrouw, wij eten vanavond bami. Vind jij dat ook lekker?’

dinsdag 13 april 2010

Pubers zijn net als water; ze zoeken het laagste punt

Voor veel gemeenten was toestemming zeer welkom geweest: het verleggen van leeftijdsgrens voor het drinken van alcohol. Menig onderzoek heeft inmiddels bewezen dat een dergelijke grensverlegging veel hersenschade kan voorkomen.

Eén van de redenen dat deze wijziging er niet doorgekomen is, is het feit dat men wil dat eerst het huidige beleid gehandhaafd gaat worden. Naar mijn mening maakt het niet zo heel veel uit: 16 of 18 jarigen controleren.

Voor mij, als moeder van een 15 & 18 jarige, was deze wetswijziging welkom geweest. Nu is de regel bij ons in huis de wettelijke leeftijd: 16 jaar. Langer is ook niet houdbaar in onze omgeving waar drank een (te) groot deel uitmaakt van het uitgaansplezier en sociale verkeer. En daar is de horeca vaak niet eens de grote boosdoener in; veelal wordt er voorgedronken bij ouders! Terecht stelt de Volkskrant dat ouders toleranter worden als het gaat om alcoholgebruik en - misbruik van hun pubers.

Zo heb ik vorige week mijn eigen kind & 2 van zijn vrienden de wacht aan moeten zeggen: sterke drank (whisky) wordt bij ons niet per fles gedronken. Sterker nog: dat wordt bij ons helemaal niet gedronken. Zeker niet 'zomaar' even tussen door. Dat is een bekende regel, en wat Klink en consorten ook zeggen: deze regel blijft staan.
Waar de heren mee schermden? De wet! ’Ik mag sterke drank drinken, want ik ben 18’.

Misschien is het verleggen van de grens méér dan alleen een controleerbaar feitje. Het is ook rugdekking en ondersteuning voor ouders om zich staande te houden in een alcoholdiscussie waarin (nog) niet alle ouders het belang van terughoudendheid inzien. Want ja, in gesprekken met ouders is dat wat me nog het meeste steekt 'ach ja, wij zijn ook jong geweest he'. En nog zo’n mooie: ‘als jij het ze niet geeft, dan halen ze het bij een ander’.

En zo merk je dat pubers net als water zijn; ze zoeken het laagste punt op. Dat ze graag bij je komen betekent niet altijd het compliment dat ze ook graag bij je zijn.
Enige hulp van de overheid kan ik hier wél goed in gebruiken: zij stellen de regel, ik controleer en handhaaf in eigen huis en tuin.

It takes a village to raise a child!

zaterdag 10 april 2010

schoolkeuze, wat is wijsheid?

Het is overal het zelfde, roepen veel ouders. En dat is ook zo, denk ik.

Discussies met pubers, moeite hebben met grenzen stellen – ik daag de mensen die zeggen dat dit helemaal niet moeilijk is bij deze uit om te reageren via het blog.

Om over het maken van keuzes voor onderwijs nog maar te zwijgen.
Ooit heb ik mijn pubers zelf deze keuze laten maken. Dat heeft zo z’n voordelen; als ze mopperen over regels, docenten of schooltijden is het antwoord makkelijk: zelf voor gekozen!

Bij ons op kantoor – nou ja, eigenlijk bij ons aan de keukentafel – hebben we het hier regelmatig over; hoe maak je nou de keuze voor een goede school? Een school die bij jouw (pre-)puber past en, ook niet onbelangrijk, die bij jouw manier van opvoeden past? Zijn vooral de keuzes van vriendjes leidend of heb je als ouders het laatste woord?

Als ik heel eerlijk ben, dan ben ik nieuwsgierig hoe andere ouders hun afwegingen maken als het om schoolkeuzen gaat. Wilt u reageren over dit onderwerp? Dat kan: anoniem zelfs als u dat prettiger vindt.

woensdag 31 maart 2010

Pubers vragen om duidelijkheid

‘als jullie even wat met de honden doen, dan regel ik even … ‘ . duidelijke taal, lijkt me. Twee honden, twee pubers, met elkaar of apart even richting de duinen om onze viervoeters te laten rennen. Heel tevreden verlaat ik het pand en ga doen wat ik me voorgenomen had om te doen. Het zal niet langer dan 2 uur zijn geweest, mijn afwezigheid.

Bij thuiskomst word ik opgewacht door 4 paar schitter-ogen; pubers én honden hebben zich zichtbaar vermaakt. Of ik even in de tuin kom kijken.

Daar wacht me een korte demonstratie van puber 1 en onze jongste hond. Met een kleine handbeweging lukt het om het hondenbeest in één sprong op tafel te laten springen. Blij kwispelstaartend neemt Hond zijn lovende woorden in ontvangst. Mijn onduidelijkheid blijkt het podiumbeest in onze hond wakker te hebben gemaakt; die staat nu minimaal drie keer per dag kwispelstaartend te wachten op onze complimenten. Boven op de tuintafel. Ergens in onze boekenkast staat een boek, helder blauw van kleur met een nu toch wel erg aantrekkelijke titel: kinderen vragen om duidelijkheid!

zaterdag 27 maart 2010

verkering op MSN?

U en ik lezen kranten. Dat blijkt maar weer; u heeft nu ook een krant in handen en bladert deze op z’n minst met enige interesse door.

De nieuwe generaties – onze kinderen dus eigenlijk – doen dat inmiddels toch anders; ze surfen wat af op de immens grote én drukke digitale snelweg. Zo kan het zo maar gebeuren dat je kind enorm verdrietig thuis kan komen omdat haar verkering uit is.
Verkering, denk je dan? Wie, wat, waar? Hoe heb ik dit kunnen missen?

Blijkt het een heftige, zeer innige relatie te zijn geweest die op MSN is gestart en die er zelfs in heeft geresulteerd dat mobiele nummers zijn uitgewisseld. Toppunt van digitale intimiteit! Dat laatste was dan achteraf weer onhandig. De andere partij heeft zo ook de mogelijkheid gekregen om het uit te maken. Via SMS.

Gek verhaal? Het was niet de eerste keer dat ik een moeder hoor verzuchten dat er zo vreselijk veel is veranderd, dat het niet bij te houden is, al die informatiekanalen die onze kinderen weten aan te boren en waar ze indrukken op doen.

Rond het zevende jaar zetten kinderen hun eerste schreden op die digitale snelweg; ze gaan ‘op’ Habbo, oefenen hun eerste woordjes met klasgenootjes op MSN. Redelijk onschuldig allemaal.

Het is ook de periode dat we als ouders de mogelijkheid krijgen om kinderen te leren hoe om te gaan met privacy, welke informatie je wel en welke informatie je niet op internet plaatst. Een vader vertelde over een praktische oplossing; vanaf de eerste dag dat de wereld van mijn zoon zich ook op internet ging afspelen, ben ik naast hem gaan zitten. Terwijl hij MSN ontdekte en zijn Habbo-kamer inrichtte leerde ik hem spelenderwijs wat wel en wat niet verstandig is.

Grenzen stellen

‘Nou, dan vertel jij even wat over grenzen stellen’.
Ik slik. ‘Grenzen stellen. Dat is me nogal een onderwerp! En, zoals uit verschillende onderzoeken onder ouders blijkt, ben ik niet de enige opvoeder die daar zo af en toe moeite mee heeft.

Hoe kan dat toch, dat het grenzen stellen bij kinderen tot een jaar of 12 ons nog redelijk makkelijk afgaat maar we als ouders een soort van ‘dit-is-de-grens-verlamming’ krijgen zodra die magische leeftijdsgrens gepasseerd is.

Ik zie mijn vader nog controleren of ik wel om 12 uur thuis was door af te stemmen op radio 1: tijdens het Wilhelmus om middernacht was je binnen. Oók op je 23ste.

Puber 2 rolt bijna van zijn stoel van het lachen als ik hem dit voorbeeld geef bij een stevige onderhandeling over thuis-kom-tijden, om maar even een grensverleggend onderwerp te noemen. Er gaan enige minuten overheen voor hij beseft dat ik serieus ben; dat er 22 jaar geleden écht een vader was die controleerde of ik om 12 uur wel binnen was. De grens is door de jaren verlegd: het wordt half 1.

vrijdag 19 maart 2010

Iedereen kan opvoeden!

Iedereen kan opvoeden, is het thema van een opvoeddebat in Alkmaar. Nu zijn er regelmatig momenten dat ik twijfel aan mijn eigen opvoedkwaliteiten, dus 27 maart ben ik present! Laat maar doorkomen, die super tip als ik voor de zoveelste keer moet onderhandelen met een weerbarstige puber. In de uitnodiging staat dat er kinderopvang aanwezig is. Zou dat ook voor pubers gelden? En krijg ik ze dan volledig heropgevoed terug? Dát lijkt me ook wel wat!

Stiekem fantaseer ik daar wel eens over; een plek waar je je puber heen kunt brengen en na een dagje totaal gehersenspoeld weer af kan halen: een soort van puberdetox. Een puber die in het weekend elke ochtend ontbijt op bed komt brengen, die direct na het eten zonder morren afruimt, afwast en meteen – omdat het toch een fluitje van een cent is – de keukenvloer even dweilt, de vuilnisbakken buiten zet en de hond uitlaat. Strijken zou ook leuk zijn.

Toch maar niet: geef mij mijn pubers met hun buien maar. Ik leer deze dag gráág hoe ik daar mee om kan gaan. Ga je mee?

vrijdag 12 maart 2010

Vergelijkend studieonderzoek

Een vergelijkend studieonderzoek is definitief van de baan. Ik val maar meteen met de deur in huis. We weten het met elkaar niet. Ik had mijn hoop op een afvinklijstje gevestigd. Maar dat blijkt ondoenlijk.

Nederland telt een kleine duizend opleidingen op HBO niveau. Het wetenschappelijk onderwijs telt er om en na bij de 400. Je zult maar VWO hebben gedaan! Dan heb je 1400 opties om op een verre dag wellicht een leuke functie hier of daar te krijgen. Gelukkig is bij ons de keus beperkt tot die eerste optie: wij ondersteunen in het maken van een keus uit slechts duizend opleidingen aan Hoge Scholen. En allemaal presenteren ze zich als de leukste en de best passende opleiding voor de gemotiveerde havist.

Cynisch is het dan weer dat de doorsnee havist niet als gemotiveerd te boek staat. Waarschijnlijk zijn al die scholen zichzelf moed aan het inschreeuwen. Want van alle leerlingen die zich inschrijven blijkt een akelig grote groep binnen de kortst mogelijke tijd af te haken. Toch een verkeerde keus gemaakt. Op naar opleiding nr. 999.

zaterdag 6 maart 2010

Think before you post

De berichten over de gevaarlijke kanten van een webcam op een computer hebben de afgelopen weken de kranten gehaald.

Eén op de twaalf tienermeiden blijkt al eens uit de kleren te zijn gegaan terwijl ze aan de andere kant van de lijn bekeken werd. En dan niet met een of andere vieze meneer die onbekend is, maar meestal met een bekende die je de volgende dag weer op school, in de trein of op je werk tegen komt.

En waarom? voor de kick! Het is spannend.

Link is het ook: weinig van deze meisjes realiseren zich dat beelden aan de andere kant van de lijn opgeslagen kunnen worden en de rest van hun leven in een documentje ‘liesjenaakt.wmv' doorbrengen. In het gunstigste geval.

Minder gunstig is het als de ‘andere kant’ in een lollige bui besluit de beelden openbaar te maken. Door rond te sturen of op You Tube te plaatsen. Dan blijkt ‘liesjenaakt.wmv’ opeens duizenden hits te kunnen scoren. Naast een flinke kater.

Niet voor niets is MSN een tegenoffensief gestart met thinkbeforeyoupost.nl

De moeite waard om samen met je puber te bekijken. Je leert er zelf ook nog van!

zaterdag 27 februari 2010

Dat doet mijn puber thuis nooit

Op verzoek van de tweede kamer heeft minister Klink onderzoek laten doen. En wat mij betreft hadden ze alle uitkomsten mooi in de kabinetsval mee mogen nemen!

Het valt niet mee, het aantal comazuipers in Nederland. Gelukkig merken we daar als ouders weinig van, want het blijkt dat onze schatjes liever niet thuis doordrinken; dat doen ze fijntjes bij een ander. Op zich een voordeel. Als moeder kun je zo blijven volhouden dat belachelijke hoeveelheden drank bij jou thuis niet geschonken worden. Een hele geruststelling!

Om toch een beetje te stoken nog een aardig feitje uit dit onderzoek: dat ze bij jou thuis niet knetter dronken worden, betekent nog niet dat ze geen alcohol kopen: dronken worden ze namelijk graag op rekening van een ander.

Risicospreiding zou je het met enig cynisme kunnen noemen: bij de één de troep, bij de ander de kosten, bij nog een ander de lasten: die betaald dan mee aan de kosten van die 700 leeftijdsgenoten die per jaar, per ziekenhuis, binnen worden gebracht met ruim 1,8 promille in hun mik. Waarvan er 70 pubers op de IC-afdeling een bed bezet houden.

woensdag 3 februari 2010

De mjwah-djah-wjah-periode

‘Mwah krijg ik als antwoord op mijn vraag ‘hoe was het op school, wjah is het antwoord als ik vraag of het goed gaat met leren. Djah is het standaard antwoord als ik vraag of hij naar beneden komt om te eten’.

Vooraan in de zaal zit een moeder van een 15 jarige puber die duidelijk ten einde raad is; zoveel jaren een gezellige, spraakzame zoon gehad en het lijkt alsof hij van de één op andere dag zijn tong verloren heeft.
Thuis.

Ouders van vriendjes zijn dól enthousiast over hem. ‘Zo’n gezellige jongen! En ook zo slim, je kunt er een goed én zinnig gesprek mee voeren!’De moeder hoort al die complimenten met groeiende frustratie aan. Waarom thuis alleen maar deze eenlettergrepige opmerkingen?

In de zaal achter deze moeder klinkt instemmend gemompel: er zijn meer ouders die de frustratie herkennen. Ik ben heel erg benieuwd naar de wijze waarop ouders hier mee omgaan of, als de mjwah-djah-wjah-periode inmiddels voorbij is, omgingen. Heeft u een tip voor ouders die aan het overleven zijn in een spraakloos-opvoedtijdperk? U kunt reageren via het blog!

zondag 31 januari 2010

teleurstellingen

Opvoeding moet je voorleven. Ja ja. Die regel is vast bedacht door iemand die géén kinderen heeft.

Er kunnen zo van die momenten in je leven zijn dat je helemaal niet wilt voorleven, dat je niet bezig wilt zijn met verantwoord opvoeden omdat jouw eigen dingetjes-des-levens luidruchtig om aandacht roepen. Zo’n moment dat je eigenlijk vind dat je best wel het recht hebt om vloekend, scheldend, en jankend door de wereld te stampen. Jouw wereld, die even in elkaar stort. Maar ach, je moet het goede voorbeeld geven; jongens, zó ga je om met teleurstelling. Daar hoort natuurlijk ook bij dat je jouw teleurstelling onmiddellijk in perspectief weet te zetten met veel grotere, vreselijker en vooral dodelijker voorvallen in de grote boze wereld.

Mijn grote teleurstelling is het feit dat we de puberbeurs, waar ik me enorm op had verheugd en die steeds meer vorm begon te krijgen, tóch moet afblazen voor dit voorjaar. Ik baal daarvan. Omdat ik in het uitgangspunt geloof: Pubers hebben ouders iets te vertellen! En omgekeerd natuurlijk ook.

Ik denk nog even over dat goede voorbeeld zijn na. Leren dat iemand uit teleurstelling stampvoet, vloekt en huilt is toch niet zo slecht? Als daarna de zon maar weer doorbreekt!

Telefoonkosten

Vierhonderd euro aan telefoonkosten? Even denk ik dat ik het niet helemaal goed heb gehoord. Toch wel: 400 zuur verdiende euro’s gaan linea recta naar de telefoonrekening.

Na mijn verbazing kan ik er ook nog wel om grinniken. Dat heb je he, met van die meiden. Die gaan hun vriendinnen bellen om te overleggen welke jeans, legging, rok of blouse ze misschien overmorgen aan gaan trekken. Nee, met mijn mannen zal ik dat risico niet zo snel; een dikke enveloppe met een nog dikkere telefoonrekening op de deurmat.

Alhoewel … gisteren lag daar, breed uit op de bank, een puber uitermate genoeglijk te bellen. Er werd gepraat, gelachen, geluisterd, gepraat, nog meer gelachen en vooral lang geluisterd. Als ik na een half uur vraag of het nog lang gaat duren wordt de verbinding snel verbroken. Een beetje verbaasd wordt er daarna vastgesteld dat 2 uur pratend aan de telefoon best wel snel gaan. Om daarna de telefoon na het eerste geluid meteen weer op te pakken; ‘dan hoef jij niet alles te betalen, mam’.

41% van de ouders leest nooit een opvoedboek

Op linkedin - een serieuze hyves-variant voor grote mensen – discussiëren ouders er zo af en toe lustig op los.

Zo levert een ‘poll’ over het lezen van opvoedboeken tal van reacties op. Omdat ik zelf een fervent lezer ben van allerhande adviezen was ik erg benieuwd naar de leergierigheid van collega-ouders. De ‘poll’ op linkedin heeft tot nu toe 31 reacties opgeleverd. 6% geeft aan dergelijke boeken dagelijks tot wekelijks te lezen. 51% grijpt er elke maand wel eens naar. Mijn nieuwsgierigheid gaat vooral uit naar de mensen die gereageerd hebben op de vraag ‘mijn eigen ideeën zijn prima, nooit dus!’
Niet minder dan 41% geeft aan lekker zijn of haar eigen gang te gaan als het gaat om het opvoeden van hun kinderen. Verbazend eigenlijk, bijna wekelijks worden we bestookt met nieuwe uitgaven die nog meer resultaat garanderen bij het afleveren van keurige, gezonde, altijd brave kindertjes. OK, de ‘poll’ voldoet niet aan wetenschappelijke eisen als het gaat om een goed onderbouwde enquette.

Desondanks blijkt toch bijna de helft van de ‘opvoeden-doe-je zo-doelgroep’ lekker z’n eigen weg te gaan!

after kerst

Zo, jongens. Leuk, samen een spelletje Risken? Griezelend kijkt puber 1 op als ik enthousiast de trap af kom lopen, zo rond het middaguur op eerste kerstdag.

Kaarsjes aan, muziekje op, glaasje erbij … en dan oorlog voeren. Dat leek me een mooie invulling van de kerstgedachte. Puber 1 denkt daar toch anders over.
Hij is in zijn anti-hypocrisie-periode. En daarmee wij met hem. Geen zin in een spelletje? Hij gaat niet hypocriet een beetje gezellig zitten doen. Deze nieuwe eigenzinnigheid hoor ik een beetje beteuterd aan.

Als zijn mobiel zo halverwege de avond begint met trillen lijkt deze de uren daarna niet meer op te houden; met hem nog veel meer anti-hypocrieten, die rond een uur of 10 één voor één ons huis binnen schuifelen. En voor we het weten zitten ze met elkaar – heel gezellig – een biertje te drinken. Uitermate tevreden. Zoals elke week.