Bij binnenkomst sta ik even in totale verbijstering in de deuropening stil. Het is alsof de derde wereldoorlog net is uitgevochten. In onze huiskamer wel te verstaan! De vrede moet net getekend zijn, want zonder enige vorm van oorlogstrauma hangen twee pubers en twee honden in totale tevredenheid op de bank, voor de tv met de afstandsbediening onder handbereik.
Verspreid over de huiskamer zie ik halfvolle glazen met een laagje niet definieerbaar vocht staan, borden, doppen, jassen, tassen, kussens, een verdwaalde fles cola en lege flesjes energydrankjes. Dat laatste heeft weinig effect gehad, gezien de hangstand van het pubervlees.
Als ik hink-stap-sprong over tassen, jassen en kussens loop, ga ik bijna languit over een half lege fles cola. Ik bereid me op het ergste voor: ze hebben namelijk óók zelf gekookt.
De keuken moet het episch centrum van een bloedbad zijn, wat zijn weerga niet kent.
Tot mijn verbijstering tref ik daar een schoon aanrecht, met nog wat drogende pannen keurig in het gelid. Hier is duidelijk gewerkt.
‘Fijn he, om in een opgeruimd huis thuis te komen’, klinkt het tevreden vanaf de bank. Ik besluit ter plekke om mijn zegeningen te tellen.