Stel je eens voor. Jouw 17 jarige dochter zit in de trein. Het is een volle bak; de forensen keren allemaal huiswaarts. Je dochter heeft liefdesverdriet. Haar verkering is na 1 jaar, een week en ook nog een dag op een akelige manier geknald. En het is zijn schuld.
Alle treinreizigers weten dit inmiddels ook; een mobiel telefoongesprek geeft alle geïnteresseerden een kijkje in deze periode van 1 jaar, een week en een dag. Geen onderwerp uit deze verkeringstijd wordt geschuwd. Sommige medereizigers gniffelen met elkaar: thema: seks. Mensen kijken elkaar vragend aan: thema zoenen-met-een-ander-meisje. Het wordt langzaam maar zeker onrustig in de coupe.
Een klein rekensommetje leert ons dat 176 mensen dit gesprek hebben gehoord. Laten we er voor het gemak van uitgaan dat tweederde thuis met nog drie andere personen verder praat over dit liefdesdebacle . Dan zijn 352 mensen op de hoogte, naast de gesprekspartner aan de andere kant van de lijn.
Eén van de reizigers moet dit rekensommetje ook hebben gemaakt toen hij langs de rijen liep en het meisje attendeerde op haar publiek.
Is de vraag: hoe leren wij onze pubers ‘mobiele hygiene’?