‘10 uur, dan zal ik wel weten’, dat waren de overtuigd klinkende woorden van puber1. Om 10 uur zat ik dus – zoals het een toegewijde moeder betaamt – klaar voor hét grote moment: de uitslag van het examen. En met mij nog vele duizenden andere moeders en vaders.
Dacht ik.
Het tijdstip van 10 uur was iets te optimistisch; we hebben met elkaar de uren weg zien tikken terwijl het grote wachten alsmaar groter en groter werd. De website van de school gaf een stuk betrouwbaarder informatie; het grote moment zou rond twee uur zijn. Na de vergadering die om één uur start.
Vanaf dat moment hebben we niet alleen de uren voorbij zien gaan. Wel nee. We hebben de seconden minuten zien worden en de minuten hebben we aan elkaar zien rijgen tot kwartiertjes, half uurtjes en dan – helaas maar eens per uur – tot uren.
‘Half één; over een half uur starten ze met de vergadering’. Ja, beaamt puber van achter zijn X-box. Over een half uur start het.
‘Zou je geslaagd zijn?’ Ik weet het niet. Schouderophalend X-boxt hij geconcentreerd verder.
Tot het één uur wordt. Opeens breken alle zenuwen los. Vanaf dit moment kunnen we alleen maar wachten. Om kwart over één komt één van zijn vrienden het huis binnen drentelen. Hij heeft het circus vorig jaar beleeft en zit als de rust zelve op de bank. Ze bellen toch wel, in zijn nuchtere commentaar.
Kwart over één; 10 voor half twee; vijf voor half twee, half twee, kwart voor twee, we zien het half drie worden, kwart voor drie …
‘Zou het een goed teken zijn, dat het zo lang duurt? Puber begint het zich hardop af te vragen. De mentor heeft gezegd eerst de gezakten te bellen. Hij denkt dus van wel. En jij?’ Ik weet het niet meer. Eerlijk moet ik bekennen deze ronde niet de steun en toeverlaat te kunnen zijn die ik als moeder behoor te wezen. Het is lang geleden dat ik zó in spanning heb gezeten en ben inmiddels gestart met het drentelen door de huiskamer.
Tien voor drie: telefoon! ‘nee, ik weet het nog niet en als ik te lang met je bel ga ik het ook niet weten ook’, de woorden komen er bijtend uit. Een meelevende vriend wordt te verstaan gegeven zich pas na vieren weer te melden. We kijken elkaar stil aan. En wachten.
Twee minuten over drie gaat de telefoon …
Het verlossende woord wordt gesproken: Geslaagd!
Een puntenlijst wordt opgenoemd en ik sta juichend en klappend om mijn grote zoon heen te dansen. Wat kunnen mij die cijfers schelen!
Het is gelukt! Wé zijn geslaagd! Want laten we eerlijk zijn; er zijn momenten in pubers’ schoolcarrière geweest waarvan ik me af heb gevraagd wie het huiswerk nu eigenlijk maakte en aan wie een voldoende voor een UP te danken was. Een vraag die vele ouders zichzelf wel eens stellen, ben ik door de jaren heen gaan begrijpen.