‘Nou, dan vertel jij even wat over grenzen stellen’.
Ik slik. ‘Grenzen stellen. Dat is me nogal een onderwerp! En, zoals uit verschillende onderzoeken onder ouders blijkt, ben ik niet de enige opvoeder die daar zo af en toe moeite mee heeft.
Hoe kan dat toch, dat het grenzen stellen bij kinderen tot een jaar of 12 ons nog redelijk makkelijk afgaat maar we als ouders een soort van ‘dit-is-de-grens-verlamming’ krijgen zodra die magische leeftijdsgrens gepasseerd is.
Ik zie mijn vader nog controleren of ik wel om 12 uur thuis was door af te stemmen op radio 1: tijdens het Wilhelmus om middernacht was je binnen. Oók op je 23ste.
Puber 2 rolt bijna van zijn stoel van het lachen als ik hem dit voorbeeld geef bij een stevige onderhandeling over thuis-kom-tijden, om maar even een grensverleggend onderwerp te noemen. Er gaan enige minuten overheen voor hij beseft dat ik serieus ben; dat er 22 jaar geleden écht een vader was die controleerde of ik om 12 uur wel binnen was. De grens is door de jaren verlegd: het wordt half 1.