Ik heb niet zoveel met kerst. Misschien kijkt u nu geschokt naar uw met zorg opgetuigde boom. Of kunt u de gedachte om puber 1 en puber 2 meteen voor kerstavond met stemmige kerstmuziek en dito boom uit te nodigen, nog net bedwingen.
In ieder geval wordt vanuit mijn verantwoord ouderschap verwacht dat ik – met veel plezier en toewijding – een kerstboom aanschaf én optuig. Puber 2 is namelijk dól op kerstbomen. Overdadig versiert met ballen, slingers, engeltjes én lichtjes. Gekleurde lichtjes.
Voor ons dus, zoals elk jaar, een kerst-met-boom. Met kransjes, kerstbrood en bijpassende muziek.
Dit alles met op de achtergrond vrolijk knipperende, gekleurde kerstverlichting die in de eerste de beste tweederangs disco niet zou misstaan.
Ik wens u, namens puber 1, puber 2, manlief, de honden en de kat, goede feestdagen! Ik wens u toe dat uw stemmig verlichte kerstboom een vredige sfeer zal verspreiden. Tijdens deze dagen en voor het nieuwe jaar. Wij doen dan op onze beurt een vrolijke kerst, met opzwepende knipperlichtjes die ons zó het jaar 2010 in doen dansen.
Wekelijks verschijnt in een regionale zondagskrant de column van Marina van der Wal, directeur bij stichting mamma weet alles.
maandag 21 december 2009
vrijdag 18 december 2009
Mijn raspaardjes
‘Je kunt een paard wel naar de drinkbak leiden, maar niet dwingen deze leeg te drinken’.
Wijze woorden van een rector in ruste waar ik vorig jaar véél aan gedacht heb.
Want, ik heb ze állemaal gezien; elke afzonderlijke drinkbak waar ik mijn puber-paardjes langs geleid heb. En gevuld heb ik die drinkbakken ook. Ik heb er nog spierpijn van!
Maar drinken … Ho maar!
Als ik collega puberouders spreek blijkt de enige troost in bange puberdagen te zijn dat het verandert; dat er ‘opeens’ het moment is dat ze ‘het licht zien’ en weten wat ze te doen staat.
Dan blijkt er opeens dat kind, wat je al zo lang zó goed kent, terug te zijn van zijn of haar reis naar ‘grote mensen land’. Als ouders sta je er bij en kijk je er naar. Bijzonder frustrerend in een wereld waar we bedacht hebben dat alles maakbaar moet zijn.
Gelukkig blijkt die al oude wijsheid uit grootmoederstijd ook hier te kloppen: het komt goed!
Puber 1 wist al deze wijsheid in één woord samen te vatten: natuurlijk!
Wijze woorden van een rector in ruste waar ik vorig jaar véél aan gedacht heb.
Want, ik heb ze állemaal gezien; elke afzonderlijke drinkbak waar ik mijn puber-paardjes langs geleid heb. En gevuld heb ik die drinkbakken ook. Ik heb er nog spierpijn van!
Maar drinken … Ho maar!
Als ik collega puberouders spreek blijkt de enige troost in bange puberdagen te zijn dat het verandert; dat er ‘opeens’ het moment is dat ze ‘het licht zien’ en weten wat ze te doen staat.
Dan blijkt er opeens dat kind, wat je al zo lang zó goed kent, terug te zijn van zijn of haar reis naar ‘grote mensen land’. Als ouders sta je er bij en kijk je er naar. Bijzonder frustrerend in een wereld waar we bedacht hebben dat alles maakbaar moet zijn.
Gelukkig blijkt die al oude wijsheid uit grootmoederstijd ook hier te kloppen: het komt goed!
Puber 1 wist al deze wijsheid in één woord samen te vatten: natuurlijk!
Afwasmasjien
We hebben discussie. Een steeds terugkerende discussie ook. Om moe van te worden. Over de afwas. En de afwasmachine. En over het omgaan van de combinatie van dergelijke zaken.
Misschien vreemd, maar ik leef in de veronderstelling dat vuile afwas ín de afwasmachine hoort. En niet er boven of op een andere plek op het aanrecht, de keuken, de huiskamer of elders in huis. Dat is toch immers één van de bijwerkingen van zo’n apparaat, dat alles meteen keurig opgeruimd is? De heren bij mij in huis denken daar anders over. En in dit geval niet alleen puber 1 en puber 2.
Een zwakke plek in de verdediging van de heren is de praktijk van alle dag: de ene keer worden vuile borden, gebruikte glazen en besmeurd bestek wél meteen weggeborgen, een andere keer vind ik de gebruikte waar overal behalve in het masjien. Voor mijn gevoel worden de wetten van de logica met voeten getreden! Ten aanval!
Inmiddels heb ik mijn gelijk gehaald en heeft deze overwinning daarmee een logisch einde gekregen: alle vaat wordt nu op het aanrecht, boven de vaatwasser verzameld.
Misschien vreemd, maar ik leef in de veronderstelling dat vuile afwas ín de afwasmachine hoort. En niet er boven of op een andere plek op het aanrecht, de keuken, de huiskamer of elders in huis. Dat is toch immers één van de bijwerkingen van zo’n apparaat, dat alles meteen keurig opgeruimd is? De heren bij mij in huis denken daar anders over. En in dit geval niet alleen puber 1 en puber 2.
Een zwakke plek in de verdediging van de heren is de praktijk van alle dag: de ene keer worden vuile borden, gebruikte glazen en besmeurd bestek wél meteen weggeborgen, een andere keer vind ik de gebruikte waar overal behalve in het masjien. Voor mijn gevoel worden de wetten van de logica met voeten getreden! Ten aanval!
Inmiddels heb ik mijn gelijk gehaald en heeft deze overwinning daarmee een logisch einde gekregen: alle vaat wordt nu op het aanrecht, boven de vaatwasser verzameld.
zaterdag 5 december 2009
de jeugd van tegenwoordig: een sociale tijdbom?
Een krant kopt deze week met de mededeling dat de jeugd ‘een sociale tijdbom is’.
Kort door de bocht kan gezegd worden dat de noodklok wordt geluid: de jeugd van tegenwoordig ziet waarden als bescheidenheid, plichtsgevoel, iets over hebben voor een ander en soberheid niet meer zitten. Wij ouders blijken hieraan mee te doen: als het maar gezellig blijft!
De vinger wordt, ook in dit onderzoek, direct in de richting van ons ouders gepriemt. Wij hebben het gedaan, wij hebben onze pubers verwent tot op het bot. Gelukkig zijn wij ouders een mondige generatie en klimmen we met tientallen in de pen, gezien het aantal reacties in de media: helemaal niets van waar hoor! Onze pubers zijn schatjes! Druk met hun baantje, druk met geld verdienen én weer uitgeven. Een overbezette agenda vanwege alle feestjes en andere pretjes. Láát ze lekker!
Dat is dan precies waar het de onderzoekers omgaat: wat leren jongeren over burgerschap, je inzetten voor een ander als geld, kleding en stappen (te) belangrijk worden en ouders hier niet op aangesproken willen worden?
Wat vindt u?
Kort door de bocht kan gezegd worden dat de noodklok wordt geluid: de jeugd van tegenwoordig ziet waarden als bescheidenheid, plichtsgevoel, iets over hebben voor een ander en soberheid niet meer zitten. Wij ouders blijken hieraan mee te doen: als het maar gezellig blijft!
De vinger wordt, ook in dit onderzoek, direct in de richting van ons ouders gepriemt. Wij hebben het gedaan, wij hebben onze pubers verwent tot op het bot. Gelukkig zijn wij ouders een mondige generatie en klimmen we met tientallen in de pen, gezien het aantal reacties in de media: helemaal niets van waar hoor! Onze pubers zijn schatjes! Druk met hun baantje, druk met geld verdienen én weer uitgeven. Een overbezette agenda vanwege alle feestjes en andere pretjes. Láát ze lekker!
Dat is dan precies waar het de onderzoekers omgaat: wat leren jongeren over burgerschap, je inzetten voor een ander als geld, kleding en stappen (te) belangrijk worden en ouders hier niet op aangesproken willen worden?
Wat vindt u?
Abonneren op:
Posts (Atom)